Zondagse Zandtekeningen


Witte Zandlijnen in onze Lage Landen

Onze bijna enige bron over deze volkskunst komt van Dr. J. Weyns; 

je kan hier originele publicatie downloaden:



Behalve in de Kempen was ook in het Hageland, Haspengouw en Maasland deze traditie in gebruik. 

Pr.Dr. K.C. Peeters vermeldt bv. Kerniel en Vliermaal in zijn boek "Eigen Aard" .

Hekelgemse zandtapijten blijken voortgevloeid te zijn uit het "aloude volksgebruik van het zandtekenen", zoals ook Wikipedia vermeldt. Deze plaats in het westen van Brabant grenst aan Oost-Vlaanderen...

In Nederland wordt Noord-Holland, Brabant en Drenthe vermeld (J.H. Kruizinga in “Schilderen met zand”, ao’78), terwijl ik getuigenissen heb over Noord Limburg en de omgeving van Sittard.

In een archiefdocument noemde Dr. Weyns dit gebruik 

"Zondagsche zandteekeningen"

Dat vind ik een prachtige benaming, die bovendien dit gebruik niet beperkt tot de Kempen, en het situeert in het hele Nederlandstalige gebied van de Lage Landen. 

Alle teksten en tekeningen van Dr. Weyns worden in het wit weergegeven in deze website.

Hier volgt, voor wie zelf aan de slag wil met strooien, heel sterk ingekort, wat Dr. Weyns in zijn basiswerk schreef over dit volksgebruik.



KEMPISCHE ZANDTEKENINGEN

1. Inleiding

De zandtekenkunst is zo goed als verdwenen. Ik was dan ook aangenaam verrast toen ik in 1943 een hoeve ontdekte waar de boerin deze traditie nog voortzette.



2. Betekenis in ‘t Volksleven

Zondag noen kwam het feestelijke eindpunt van zes lange werkdagen: de zandtekeningen werden gelegd. Zij hebben dus iets recreatiefs, ze bezorgen een esthetisch genot, de speelse vreugde gegeven door het eenvoudig genoegen van schone dingen.

Na een paar dagen werd de huisbezem op het zand gezet, men wrikkelde hem heen en weer terwijl men achterwaarts ging. Het zand lag nu dun uitgestreken volgens het patroon van naast elkaar gelegen of lusvormige elkaar dekkende golven.

De Zaterdag naderde opnieuw, en de Zondag met het verse zand. Zo sloot de cyclus, zo vernieuwde zich elke week deze levende volkskunst en bleef voort geleerd, sedert veel geslachten.


3. Techniek

Uitsluitend wit zand werd gebruikt. Het moest goed droog zijn, opdat het goed zou lopen. Het was geraadzaam eerst de vloer lichtjes nat te maken. Op deze wijze bekwam men zuiverder lijnen.

Steeds was het de betrachting figuren te bekomen die niet breed, onregelmatig of vaag uiteen vloeiden, maar klaar waren afgetekend, in hel contrast met de vloer, en die goed bleven liggen.

Klaarheid en duurzaamheid, zo moeilijk verenigbaar met het losse verband tussen de zandkorreltjes, waren de technische kwaliteiten die werden beoogd.

4. Vormen en Motieven

Het karakter van de zandfiguren is louter decoratief; geen voorstellende kunst is het, ornamenteel is haar wezen.

Louter lijnen, zo goed als alleen gebogen en vloeiende bewegingen beschrijvend, vormen er de bestanddelen van.


Wat de algemene vorm der tekening betreft, is de aansluiting aan de kameruitzicht het eerste dat in 't oog valt. We merken dat de schikking op harmonische wijze aan de ruimte is aangepast. Een decoratieve boord is langs de kamerwanden gelegd. Onder de tafel is een groter motief getekend.

Spiralen komen zeer veel voor. andere vormen zijn: frietjes herhaald betekenen, golven en lussen, krullen die een cirkel beschrijven, soms "bloemen".

Typische volkskunstmotieven zijn het, organisch gesproten uit de eenvoudige en voortlopende beweging van de hand.

De herhaling, het hernieuwde ritme van de hand en van de krul, is kenschetsend voor al wat volkskunst is.

Niet mechanisch star, doch vol speelsheden die de frisheid van elke volkskunst daar aanpassen. 

5. Zandtekeningen is de versiering van veldkapelletjes, in de Meimaand of bij een processie algemeen. Een andere gelegenheid geven de bruiloften. Tien slot nog de versieringen op de graven met Allerheiligen.
Dr. J. Weyns

Uit het Archief van Dr. Jozef Weyns

Grasduinend in de archieven van Dr. Jozef Weyns, op zoek naar wat hij over zandtekeningen documenteerde, leverde ons het volgende op: (om te klikken...)

 "Heemkundige Veldboeken";

Schetsen van 17 oct. 1943

Schetsen van 24 oct. 1943

Schetsen van 31.10.1943

Schetsen van 25.VI.1944

Zandtekeningen uit Indië

Foto's met tekst


 Deze laatste twee kamerzichten komen uit Weyns' Heemkundig Veldboek, aangevuld met nog enkele motieven uit dezelfde bron. 

Afbeeldingen

In deze web-pagina's zullen meerdere van Weyns' schetsen opduiken, omgezet in de kleuren die hij aangegeven heeft: 

"witte wendende krullen 

op de warmrode vloer, 

(...) een gezwarte muurplint." 

De tinten van de bakstenen of gestampte leem varieerden naargelang materiaal en gebruiksduur.

Uit de golfvorm links (voorlaatste afbeelding) ontspruit net als bij een slingerplant enkele zijscheutjes. Dat gebeurt haast spontaan als je golfjes tekent. Het is echter zeer de vraag of dit wel thuishoort in de zandtekenkunst; Dr.J.Weyns beschrijft deze immers als 

"louter decoratief; geen voorstellende kunst ". 

Bij deelschetsen van zandmotieven in zijn veldboeken staan enkele interessante notitie's vermeld.

Enerzijds beschrijft Weyns, tijdens het naschetsen van een vers gestrooide zandtekening, deze langsheen de muren als

"dit motief is zeer nauwkeurig en zorgzaam gelegd, een zeer regelmatige tekening, 

2 plaveien breed".

Anderzijds staat bij het patroon tussen haard en deur (boven links), verwijzend naar de omlijsting van lussen, die van onder enkelvoudig overgaan naar dubbele lussen boven:

"Omranding onregelmatig. Is iets specifieks in volkskunst: nooit de starre, logische regelmaat; er is altijd ergens een kleine afwijking, zoals het onder de hand  toevallig en natuurlijk komt. Geen berekende verstarring.

Die toevalligheden vallen op 't eerste zicht niet op; geven iets levendigs en waars aan de uitbeelding. De exacte herhaling steeds van zelfde copie lijkt te machinaal, daar steekt geen leven in. De toevallige afwijking, onder impuls van één moment komt ons nu er tijdig aan herinneren dat wel degelijk de menselijke hand in 't spel is, iets levendigs, geen dode schabloon." 


Een zorgzame nauwkeurige uitvoering 

gaat gepaard met 

een levendig, speels patroon.



Betekenis en zin : een eigen ervaring ... 

Een tijdje geleden had ik wat zandtekeningen gestrooid voor het huis. De volgende dag kwamen er vele voetgangers de hoek om, op weg naar de luidruchtig aandacht opeisende kermis iets verder. Toch ging hun blik vrijwel dadelijk naar de zandtekeningen op het voetpad, ze bleven even staan (pas op papa, kijk!), en gingen er dan met een boogje omheen. 's Avonds waren de tekeningen nog héél... 

Hiermee is gedeeltelijk de vraag beantwoord naar de betekenis en de zin van deze boerinnen-kunst: de eenvoudige, mooie motiefjes lokken spontaan respect uit. Tamil vrouwen nodigen er de "Engel van het Goede" mee uit, Schotse boerinnen hielden de heksen ermee buiten. Als een bezoeker voorbij de zand-tekeningetjes moest om binnen te treden in huis, riep hun schoonheid een positieve houding op, een wel-willendheid voor de boerin, haar werk, haar huis. Mooi is dat ...

Verdere lagen van betekenis zal je leren begrijpen bij het lezen over de Kolam-traditie bij Tamil-vrouwen, de Sona-tekeningen in het zand in Afrika, de sandroings in Malekula, ...

Naar het volgende blad? Dat gaat over de "Motieven" die in deze strooikunst gebruikt worden, de basisvormen waarmee een compositie opgebouwd wordt. 

Maak een gratis website met Yola